Papers of John Adams, volume 13

IX. Final Text of the Dutch-American Convention on Recaptures, 6 September 1782 Netherlands, States General of JA IX. Final Text of the Dutch-American Convention on Recaptures, 6 September 1782 Netherlands, States General of Adams, John
IX. Final Text of the Dutch-American Convention on Recaptures

Conventie tusschen de Heeren Staten Generaal der Vereenigde Nederlanden, en Vereenigde Staten van America, rakende de hernomen Scheepen.

De Heeren Staten Generaal der vereenigde Nederlanden, en vereenigde Staten van America, geneegen synde, eenige gelykvormige grondbeginselen vast te stellen, omtrent het opbrengen van Prÿsen, door de Oorlog Scheepen en Commissievaarders van Weedersyds contracteerende Parthyen, op derselver gemeene Vyanden genomen, en omtrent de Scheepen van elkanders Onderdanen, door den Vyand genomen, en by de Oorlog Scheepen en Commissie-vaarders van weederzÿden hernomen, zÿn met den anderen overeengekomen, omtrent de navolgende Articulen.

Art: 1.

De Scheepen van eene der beide natien door Kapers van den anderen hernomen, zullen aan den eersten Eigenaar wedergegeeven worden, indien die Scheepen nog geen Vier en twintig Uuren in de magt van den Vyand geweest zÿn; mits door den Eigenaar van het hernoome Schip daar voor betaald 383werde een derde van de waarde van het Schip, mitsgaders van de Lading, Canons, en Scheepstoerustingen, welk derde in der Minne begroot zal worden door de geinteresseerde Parthÿen; of andersints, en zoo zÿ desweegens niet over een konden komen, zullen zÿ zich adresseeren aan de Bedienden der Admiraliteit van de plaats alwaar de Kaper die het Schip hernomen heest, het zelve zal hebben opgebragt.

Art: 2.

Indien het hernomen Schip langer dan vier en twintig Uuren in’s Vyands magt geweest is, zal het in’t geheel aan den Kaper, die het zelve hernomen heest, toebehooren.

Art: 3.

In gevalle een Schip zal hernomen geweest zÿn door een Oorlog Schip of Vaartuig, toebehoorende aan de Staten Generaal der Vereenigde Nederlanden, of aan de Vereenigde Staten van America, zal het zelve aan den eersten Eigenaar wedergegeeven worden, mits betalende een dertigste gedeelte van de waarde van het Schip en deszelss Laading, Canons en Scheepstoerustingen, bÿ aldien het binnen de Vier en twintig Uuren hernomen is, en het tiende gedeelte zoo het naa de Vier en twintig Uuren herno-384men is: welke Sommen als een Gratificatie verdeeld zullen worden onder de Equipagien van de Scheepen die het zelve hernomen zullen hebben.

De begrooting der bovengemelde dertigste, en tiende gedeeltens sal gereguleerd worden naar luÿd van het eerste Articul der jegens woordige Conventie.

Art: 4.

De restitutie der Prÿzen, het zÿ door Oorlog Scheepen of Kapers hernoomen, zal ondertusschen en tot dat behoor-lyk en voldoende bewÿs vanden eigendom der hernomen Scheepen gegeeven kan worden, onder suffisante cautie wegens het nakomen der bovenstaende Articulen binnen een reedelyken tÿd,2 geadmitteert werden.

Art: 5.

De Oorlog—en Kaper Scheepen van de eene en de andere der beide Natien zullen wederzÿds, zoo in Europa als in de andere Weerelds deelen in elkanders respective havens toegelaten worden met hunne Pryzen, welke aldaar zullen mogen ontladen en verkocht worden, naar de formaliteiten gebruikelyk in den Staat, alwaar de prÿs zal weesen opgebragt, soo ver het bestaanbaar is met het 22dste. articul van het Tractaat van Commercie,3 met dien ver-385stande, dat de wettig heid der prÿzen door Nederlandsche Scheepen gemaekt zal beslist worden, naar luid der wetten en Reglementen, te deezer zake in de Vereenigde Nederlanden vast gesteld, gelyk ook die der Pryzen door Americaansche Scheepen gemaekt, zal beoordeeld worden volgens de Wetten en Reglementen by de Vereenigde Staten van America bepaald.

Art: 6.

Voor het overige zal het aan de Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden als meede aan de Vereenigde Staten van America, vrÿstaan, zodanige Reglementen te maken als zÿ zullen oordeelen te behooren; met betrekking tot het gedrag ’t geen hunne Scheepen en Kapers weederzÿds verpligt zullen weezen te houden, ten opzigt der Scheepen die zÿ genomen, en opgebracht zullen hebben in de Havens der beide Mogendheeden.

Ten oirkonde deezes hebben Wÿ Gedeputeerden en Plenipotentiarissen van de Heeren Staten Generaal der Vereenigde Nederlanden, en Minister Plenipotentiaris der Vereenigde Staten van America, uit kragt van Onze respective Authorisatie, en Plein pouvoir, deeze Onder-386teekent, en met Onze gewoone Cachetten bekragtigt.

Gedaan in’s Hage den4

MS in a clerk’s hand (Adams Papers); endorsed: “Conventie tuschen de Staaten Generall en vereenigde Staaten van America.” Filmed at (8 Oct. 1782, Adams Papers, Microfilms, Reel No. 358).

IX. Final Text of the Dutch-American Convention on Recaptures, 6 September 1782 Netherlands, States General of JA IX. Final Text of the Dutch-American Convention on Recaptures, 6 September 1782 Netherlands, States General of Adams, John
IX. Final Text of the Dutch-American Convention on Recaptures
ante 6 September 1782 1

Convention between the Lords the states general of the united Netherlands, and the United States of America concerning Vessells recaptured.

The Lords the States General of the United Netherlands, and the united States of America, being inclined to establish some uniform Principles, with Relation, to Prizes made, by Vessells of War and commissioned by the two contracting Powers, upon their common Ennemies, and to Vessells of the Subjects of either Party captured by the Ennemy, and recaptured by Vessells of War, commissioned by either Party, have agreed, upon the following Articles.

Article 1.

The Vessells of either of the two Nations, recaptured by the Privateers of the other, shall be restored to the first Proprietor, if such Vessells have not been Four and Twenty hours in the Power of the Ennemy; provided the owner of the Vessell recaptured pay therefor, one Third of the value of the Vessell, as also of that of the Cargo, the Cannons and Apparrell, which Third shall be valued by Agreement between the Parties interrested; or, if they cannot agree, thereon, among themselves, they shall address themselves to the officers of the Admiralty of the Place, where the Privateer, who has retaken the Vessell shall have conducted her.

Article 2.

If the Vessell recaptured has been more than Twenty four hours in the Power of the Ennemy, she shall belong entirely, to the Privateer who has retaken her.

Article 3.

In case, a Vessell shall have been recaptured, by a Vessell of War, belonging to the States General of the united Netherlands or to the united States of America, she shall be restored to the first owner, he paying a Thirtieth Part of the Value of the Ship, her Cargo, Cannons and Appurtenances Apparell, if she has been recaptured, in the Interval of Twenty four hours and the Tenth Part, if she has been recaptured, after the Twenty four Hours: which Sums shall be distributed in form of Gratifications to the Crews of the Vessells which shall have retaken her.

The Valuation of the said Thirtieth Parts, and Tenth Parts shall be regulated, according to the Tenour of the first Article of the present Convention.

Article 4.

The Restitution of Prizes, whether they may have been retaken by Vessells of War, or by Privateers, in the mean time and untill requisite and Sufficient Proofs can be given of the Property of Vessells recaptured, shall be admitted, in a reasonable time,2 under Sufficient Sureties for the Observation of the aforesaid Articles.

Article 5.

The Vessells of War and Privateers, of one and of the other of the two Nations, shall be, reciprocally, both in Europe, and in the other Parts of the World, admitted, in the respective Ports of each, with their Prises, which may be unloaded and Sold, according to the formalities used in the State, where the Prise shall have been conducted, as far as may be consistent with the 22d. Article of the Treaty of Commerce:3 Provided always, that the Legality of Prises by the Vessells of the Low Countries, shall be decided conformably to the Laws and Regulations established, in the United Netherlands; as likewise that of American Vessells Prises made by American Vessells, shall be judged, according to the Laws and Regulations determined by the United States of America.

Article 6.

Moreover, it shall be free for the States General of the United Netherlands as well as for the United States of America, to make such Regulations as they shall judge necessary, relative to the Conduct; which their respective Vessells and Privateers ought to hold, in Relation to the Vessells which they shall have taken and conducted into the Ports of the two Powers.

In Faith of which We the Deputies and Plenipotentiaries of the Lords the States General of the United Netherlands, and Minister Plenipotentiary of the United States of America, have, in Virtue of our respective Authorities and Full Powers, Signed these Presents and confirm-ed the Same, with the Seal of our Arms.

Done at the Hague the.4

MS (Adams Papers); endorsed: “Convention concerning Recaptures in English.” Filmed at (8 Oct. 1782, Adams Papers, Microfilms, Reel No. 358).

1.

This date is derived from the States General’s resolution of 17 Sept. (No. X, below) where it is stated that the final version of the convention was given to JA on 6 September. This convention is virtually identical to the Franco-Dutch Convention of 1 May 1781, with references to France replaced by those to the United States. Indeed, a copy of the Franco-Dutch convention, in French and endorsed “Convention entre la France & La Republieque concernant les Reprises,” is in the Adams Papers and filmed at 8 Oct. 1782, Adams Papers, Microfilms, Reel No. 358. For an English translation of the Franco-Dutch convention, which JA had sent to Congress in his letter of 25 May 1781, see Wharton, Dipl. Corr. Amer. Rev ., 4:435–436. Except for variations in capitalization and punctuation, there are no significant differences between the texts published here and the convention signed on 8 Oct. (Miller, Treaties , 2:91–95).

2.

In both the Dutch and the English texts JA interlined the passage from the previous comma.

3.

In the Dutch text JA wrote the passage from the previous comma in the left margin. In the English text he interlined it.

4.

In the signed treaty the Dutch text continued “Agtsten October, Een duysent Seeven hondert twee en tagtig,” below which were the names of the Dutch plenipotentiaries and their seals. The English text continued “Eight of October, One Thousand Seven Hundred Eighty Two,” below which was JA’s signature and seal (same, 2:95). For the Dutch signatories, see No. VIII, note 26, above.